Christian Geist (ca.1640-1711)

Eerste periode – tot 1670 – Güstrow
Christian Geist werd omstreeks 1640 in Güstrow (Mecklenburg) geboren. Aanvankelijk kreeg hij waarschijnlijk les van zijn vader, Joachim Geist, cantor van de katheraal in Güstrow. Christian zong in deze kathedraal mee in het koor als koorknaap. Christian werkte enige tijd als zanger in de hofkapel van de hertog Gustav Adolph van Mecklenburg. Hij verhuisde in 1669 naar Kopenhagen en speelde daar continuo in het orkest van de Koninklijke Deense Kapel. 

Tweede periode – van 1670 tot 1684 – Stockholm en Göteborg.
In 1670 werd hij lid van het Koninklijke Zweedse hoforkest, onder leiding van Gustaf Düben (ca. 1628-1690), zoon van Andreas Düben (1597-1662), die tussen 1614 en 1620 bij Sweelinck in Amsterdam had gestudeerd. Deze Gustav Düben legde een grote collectie met muziek aan. In deze collectie verzamelde hij zo’n 2.300 werken. Dankzij deze collectie bleef onder meer 1/3 van de composities van Buxtehude bewaard, maar ook de muziek van ca. 300 andere componisten. Deze beroemde “Düben collectie” bevindt zich thans in de Universiteit van Uppsala. In deze collectie vinden we onder meer cantates van Geist en ook de drie orgelwerken.
In juni 1679 werd hij kerkorganist van de Duitse kerk te Göteborg.

Derde periode – van 1684 tot 1711 – Kopenhagen
In november 1684 ging hij ging hij terug naar Kopenhagen. Daar trouwde hij met de weduwe van organist Martin Radeck (ca. 1640 – september 1684), daardoor kon hij gaan werken in de Trinitatis Kirke en de Vor Frue Kirke (OLV Kerk). In 1689 werd hij de opvolger van Johann Lorentz (ca. 1610 – april 1689) als organist van de Sint Nicolaaskerk aldaar. Deze post bekleedde hij de rest van zijn leven. Hij overleed helaas, met zijn vrouw en kinderen, tijdens de pest-epidemie van 1711. Johann Mattheson merkt op, dat Geist enkele malen solliciteerde naar functies in kerken in Hamburg. Onder de kandidaten voor de post in de Jacobikerk, werd Geist vooral geprezen voor zijn ‘delicate stijl’ die veel ‘invloeden van Italiaanse muziek’ vertoonde. Dat blijkt vooral uit zijn cantates. Van Geist bleven slechts drie orgelwerken (koraalbewerkingen) en meerdere cantates bewaard.

De koraalbewerkingen bleven bewaard in de Düben-collectie. Ze staan genoteerd in Noord-Duitse orgeltabulatuur (dus niet met muzieknoten, maar met tabulatuur-notatie) en hebben Zweedse titels. De naam van de componist staat niet duidelijk bij, bovendien in lichte inkt. Mede daardoor is niet geheel zeker of deze stukken überhaupt van Christian Geist zijn. Hoe dan ook, het zijn prachtige stukken, volledig geschreven in de stijl van de Noord-Duitse Barok, die het absoluut waard zijn om gespeeld te worden.

Er is een zeer goede editie van deze koraalbewerkingen online beschikbaar via www.partitura.org.
Klik dan uiteraard in het overzicht met componisten even op “Geist”.

Op 19 juli 2017 zijn de complete orgelwerken van Geist in de Grote of Petruskerk te Woerden uitgevoerd door Ad van Pelt.
Op 5 augustus 2017 was er een tweede uitvoering, in de Grote of Sint Janskerk te Montfoort
Op 19 augustus 2017 was er een derde integrale, ditmaal in de Grote of Sint Janskerk te Gouda

De orgelwerken van Geist, met de meest recente uitvoering

Nr.WerkOriginele titelJaarOrganist
1Allein Gott in der Höh sei EhrAllenaste Gud i himmelrik2017Ad
2Aus tiefer Noth schrei ich zu DirO Jesu Christ som mandom tag
[à 2 clavier]
2017Ad
3Gelobet seist du, Jesu ChristLofvad vare du Jesu Christ
[à 2 clavier]
2017Ad

Overige werken

Tenslotte nog enige gegevens over een ander werk van Geist, dat reeds eerder was uitgevoerd in onze concert-serie

WerkJaarMusici
Domine, ne secundum peccata nostra2003Projectkoor o.l.v. Wiebe Tilstra
Ruth Houtman, viool
Romke Schram, cello
Hans van Vliet, koororgel