Recensies

Hier komen enkele recensies over het orgelspel van Ad van Pelt

Hier een gedeelte uit de recensie op “Orgelnieuws”:

Ad van Pelt: sinds 2001 is hij organist van de Hervormde Kerk te Nieuwkoop, sinds 1989 van de Oude Kerk te Huizen, en sinds 1986 van de Petruskerk te Woerden. Maar al in 1976 werd hij tot organist benoemd, namelijk van de Woerdense Maranathakerk. Dat betekent, dat hij het afgelopen jaar een ‘robijnen’ jubileum heeft gevierd.
Ter gelegenheid daarvan heeft hij een cd gemaakt – uiteraard op het mooiste instrument dat hij onder zijn vingers heeft: het J.H.H. Bätz-orgel (1768, 27/IIP) in de Petruskerk. Op deze jubileum-cd is klassieke-, galante- en barokmuziek te beluisteren, muziek waardoor het ‘Woerse’ pronkjuweel optimaal tot zijn recht komt. Van Bachs leerlingen Krebs, Kittel en Homilius horen we feestelijke Praeludiae en fraaie koraalbewerkingen, zoals ‘Freu dich sehr’ (Ps. 42) – met uitkomende Cornet en ‘Straf mich nicht’ – met uitkomende Vox Humana. Van Handel klinkt een complete suite. Van Bach koralen uit het Orgelbüchlein, variërend van het lichtvoetige ‘Vom Himmel kam der Engel Schar’ tot het forse ‘In dir ist Freude’, alsmede een zelfgemaakte bewerking van het slotkoraal uit Cantate 41. Leuk zijn de stukken uit de BWV-Anhang die Van Pelt laat horen, zoals ‘Nun lobe meine Seele den Herren’, waarschijnlijk van een Böhm-leerling en de Fuga over B-A-C-H (BWV Anh. 107) van Bachs collega Sorge. En verrassend klinkt Mozarts Zesde Weense Sonatine, en het laat-klassieke ‘Präludium in C’ van Rinck. De cd wordt besloten met Regers romantische variaties over het ‘Altniederländisches Dankgebet’ – de Duitse versie van ‘Wilt heden nu treden’. Van Pelt vertolkt de composities zoals het een Uitvoerend Musicus betaamt: in een aangenaam tempo met passende fraseringen en articulaties.


Vier eeuwen overbrugd in de Augustijnenkerk

Ad van Pelt, orgel; Geertje van Wijngaarden, sopraan – Gehoord: 14 augustus 2010, Augustijnenkerk

DORDRECHT – In de Augustijnenkerk was zaterdag iets bijzonders te beleven. De Woerdense organist Ad van Pelt speelde er twee delen uit De Psalmen Davids van de Dordtse componist Hendrick Speuy (1575-1625), ooit organist van zowel de Augustijnen- als de Grote Kerk.
Historisch interessant: het gaat om de eerste muziek voor klavier die in ons land in druk verscheen (1610). En Speuy’s muziek is prachtig. Zijn bewerking van psalm 128, Salich is hy bevonden, maakte indruk door de volheid van klank en in psalm 100, Ghy Volckeren des Aertrijcz, hoorden we fraaie omspelingen van de psalm-melodie. En dan te bedenken dat Speuy zelf deze muziek 400 jaar geleden in dezelfde kerk ten gehore bracht, op de oudste van de drie voorgangers van het Maarschalkerweerdorgel. Een orgel, waarvan het draagpositief voor in het schip stond en het pijpwerk in de zijbeuk. Het verdere programma boeide niet minder. Geertje van Wijngaarden (sopraan) bracht liederen van Samuel Scheidt, die qua sfeer mooi bij diens tijdgenoot Speuy aansloten. Warm gezongen, en woord voor woord verstaanbaar. Ook overtuigde zij in Bachs Nun lob, mein Seel’, al zou de passage naar het hoge register soepeler mogen. Haar I know that my Redeemer liveth uit de Messiah was in een woord prachtig. Ook Ad van Pelt liet zich nog solo horen. Indrukwekkend in Bachs Preludium en fuga in G (BWV 541), met een fascinerend slot. Daarna werken van Händel, waaronder een luchtige mars uit de opera Alcina. Het duo verraste nog met Valerius’ O Nederland let op uw zaak (bewerking Albert de Klerk). En een Sortie van de Parijzenaar Théodore Dubois was het spectaculaire slot van een mooi inloopconcert. – [Ger van der Tang – AD/De Dordtenaar – 16 augustus 2010]


Huiveren bij achtste symfonie Sibelius

Woerden – Bijna geen werk in de muziekgeschiedenis dat zulke mysterieuze vormen heeft aangenomen als Sibelius’ achtste symfonie. Het werk waar de componist meer dan 15 jaar mee worstelde en dat tenslotte in het haardvuur eindigde klonk zaterdagavond in Woerden. Althans materiaal daaruit en daarmee was het voor de liefhebbers een gebeurtenis om bij te huiveren. Want zo vaak klinkt het opus 111b van de Finse meester niet, althans niet in Nederland. Sibelius schreef zijn Sorgemusik; treurmuziek, in 1931 na de dood van zijn vriend, de schilder Akseli Gallén-Kallela. Het stuk moest tijdens dienst uitvaart worden uitgevoerd, zodat er weinig tijd was voor een geheel nieuwe compositie. Naar alle waarschijnlijkheid, het verhaal komt van Sibelius’ weduwe, putte de componist voor deze treurmuziek uit het langzame deel van zijn symfonie-in-wording en daarmee is dit het enige stukje van de achtste dat de vlammen heeft overleefd. Ad van Pelt speelde het zaterdag, samen met de Intrada, opus 111a, die Sibelius in 1925 schreef ter gelegenheid van het bezoek van het Zweedse koningspaar aan Finland. Beide stukken kregen een fraaie vertolking op het Van Leeuwenorgel van de Opstandingskerk, die niet kon verhullen dat de componist in 1931 geïnspireerder was dan zes jaar eerder. – [Jan van Es – Woerdense Courant – 14 februari 2008]


Von Barock bis zur Modern – Ad van Pelt aus Woerden gastierte zum “Orgelkonzert zur Marktzeit”

Steinhagen – Der Organist Ad van Pelt zeigte in seiner Musik-Literatur-auswahl Geschick: Von Dietrich Buxtehude über die Vertreter des Barocks bis hin zur Moderne begeisterde der Musiker aus der Niederländischen Partnerstadt Woerden mit seinem fein akzentuierten Musikstil. Unaufgeregt stellt er die Botschaft der hauptsächlich geistlichen Musik am Donnerstag beim “Orgelkonzert zur Marktzeit” in den Vordergrund. Nach den drei Choralbearbeitungen von Buxtehude am Anfang stellt van Pelt einen Zeitgenossen von Johann Sebastian Bach, Johann Gottfried Walther, mit drei sehr farbigen und fein interpretierte Stücken aus dem “Concerto del Segnor Albinoni in B-Dur” vor. Ein erster kraftvoller Höhepunkt gelang mit dem Bach-Choral “Wir glauben all an einen Gott”. Sehr gegensätzlich fand der barocke Konzertteil sein Finale mit der sehr melodiösen Fantasia sopra “Freu dich sehr o meine Seele” von Johann Ludwig Krebs. Ein königlicher Ausflug in das geniale Reich von Wolfgang Amadeus Mozart inszenierte Ad van Pelt feinperlig-fröhlich mit den Variationen über das holländische Lied “Willem van Nassau”. Mit diesem wunderbaren übergang zur Moderne stellte van Pelt den amerikanischen Zeitgenossen Larry Visser (geboren in 1962) vor. Mit einer “Hommage an Bach” mit “Vier Choralbearbeitungen” über das “Lobe den Herren” überraschte van Pelt zuerst mit einem vollmundigen “In Organo pleno”, einem sich in sphärischen Klängen auflösenden “Verzierten Choral”, um danach ein feines tänzerisches “Trio” hinzuzufügen. Das sterke Finale dieser facettenreichen Choralbearbeitung war ein hymnisches “Organo pleno”. Da zeitgenössische niederländische Orgelmusik in unseren Breiten nicht eben häufig zu hören ist, wurde die Interpretation seiner eigenen Improvisationen über drei bekannte niederländische Lieder zu einem besondernen Musikgenuss. Ob beim warm registrierten und klar durchkomponierten “Gelukkig is het Land” oder den witzigen Passagen des “Komt nu met zang”. Ad van Pelt führte den Zuhörern in der Dorfkirche vor, was in der Orgel steckt. – [Haller Kreisblatt – 6. Mai 2006]


Recensies over het spel van collega’s

Ad van Pelt schrijft met enige regelmaat recensies voor de rubriek “Afgeluisterd” van het Reformatorisch Dagblad. Hierbij volgen enkele van deze cd-besprekingen: