Het Van Gelder-orgel van de Hervormde Kerk te Zegveld
Orgels en organisten van de Hervormde Kerk te Zegveld vanaf 1879
Reeds in 1312 ontving Zegveld de vergunning om een kerkje te bouwen. Het kerkje zal kort daarna zijn gebouwd. Het is waarschijnlijk ruim 2½ eeuw in gebruik geweest. In 1575 of 1576, tijdens de belegering van Woerden, is het verwoest. We nemen aan dat er geen orgel aanwezig was. Omstreeks 1593 werd weer een nieuw kerkje gebouwd. Waarschijnlijk was dit niet zo deugdelijk, want reeds omstreeks 1616 moest materiaal worden aangevoerd om het te herstellen. Helaas werd ook dit gebouw in 1672, tijdens de Franse inval (een “schrickelijke invasie”), in de as gelegd. De bevolking was gevlucht en keerde pas in 1674 (ten dele) terug. De herbouw van de kerk werd begonnen in 1681. Deze kerk kreeg 200 zitplaatsen en werd in 1682 in gebruik genomen. Het lag iets westelijker dan de tegenwoordige kerk. We weten niet of er een orgel aanwezig was. Wat we wel weten, is dat het in 1859 zo bouwvallig was geworden, dat reparatie ontraden werd. In de jaren daarop, van 1861 tot 1863, werd de nieuwe (huidige) kerk gebouwd.
De geschiedenis van het orgel gaat terug tot 1879. Het orgel werd gebouwd door J. van Gelder. Deze orgelbouwer bouwde in 1884 ook het orgel van de Hervormde Kerk in Waarder. Het orgel in Zegveld kreeg één klavier en een aangehangen pedaal (met een omvang van C tot c’). De keuring en inspeling werd verricht door de Utrechtse Dom-organist Richard Hol. De dispositie luidde: Bourdon 16′, Prestant 8′, Holpijp 8′, Salicionaal 8′ (vanaf c), Octaaf 4′, Fluit 4′, Quint 3′, Octaaf 2′ en Trompet 8′ B/D.
In 1897 en 1936 waren reparaties en restauraties van het orgel noodzakelijk. In 1959, tijdens een volgende restauratie, werd een Mixtuur II-III toegevoegd door de firma Verschueren. In 1971 werden de windladen vernieuwd en werden verende slepen aangebracht. Helaas was er in 1982 wederom (evenals in 1575/1576 en 1672) een brand in de kerk, waarbij het orgel ernstige schade opliep. In 1984 werd door de firma Verschueren in de oude kas een nieuw orgel gebouwd, met gebruikmaking van een gedeelte van het oude pijpwerk. Het orgel heeft thans twee klavieren en een pedaal. Het orgel heeft 14 zelfstandige registers en 1 transmissie. In totaal zijn er 852 orgelpijpen.
Dispositie van het Van Gelder-orgel
Hoofdwerk C-f3: Bourdon 16′ Prestant 8′ Holpijp 8′ Octaaf 4′ Quint 3′ Octaaf 2′ Mixtuur II-III (1959) Trompet 8′ (bas/discant) | Bovenwerk C-f3: Roerfluit 8′ (1984) Salicionaal 8′ * Fluit 4′ * Nasard 3′ (1984) Woudfluit 2′ (1984) Terts 1 3/5′ (1984) * = komt oorspronkelijk van het HW | Pedaal C-d1: Subbas 16′ (transmissie) Tremulant Calcant Koppelingen: HW-BW Ped-HW Ped-BW |
Verdeling van de registers
Boven de speeltafel de registers van het Hoofdwerk:
1. Trompet 8 voet Bas | 2. Trompet 8 voet Discant | 3. Mixtuur 2-3 sterk | 4. Octaaf 2 voet | 5. Quint 3 voet | 6. Octaaf 4 voet | 7. Holpijp 8 voet | 8. Bourdon 16 voet | 9. Prestant 8 voet | 10. Tremu- lant |
Aan de linkerzijde van de speeltafel de registers van het Bovenwerk: 11. Roerfluit 8 voet 12. Salicionaal 8 voet 13. Fluit 4 voet 14. Nasard 3 voet 15. Woudfluit 2 voet 16. Terts 1 3/5 voet | Aan de rechterzijde van de speeltafel het register van het Pedaal en de koppelingen: 17. Subbas 16 voet 18. Koppel Ped-HW 19. Koppel Ped-BW 20. Koppel HW-BW 21. Calcant |
Organisten
Martinus Vermeulen (1859-1925) was organist van 1879 tot 1889. Hij werd in 1889 benoemd tot organist van de Petruskerk te Woerden. Hij was werkzaam als orgelbouwer. In 1911 bracht hij in het orgel van de Petruskerk in Woerden een derde klavier aan. Daarbij maakte hij gebruik van een oude eiken windlade. Bovendien gebruikte hij historisch pijpwerk. Dit manuaal werd in 1968 weer verwijderd. In de Ontmoetingskerk te Kamerik staat nog één van zijn orgels.
Hermanus van Ingen (1866/1867-1949) was organist van 1889 tot 1924. Voor het gemak werd hij ‘Manus’ genoemd. Om die reden lezen we soms ook dat hij M. van Ingen heette. Op 10 september 1889 kreeg hij de volgende instructies: “De organist is gebonden om bij elke openbare Godsdienst op behoorlijke tijd tegenwoordig te zijn en het gezang met goeddoende, behoorlijk orgelspel te begeleiden. Hij heeft verder twee vrije plaatsen op de gaanderij, op de eerste bank, de twee eerste inkomende plaatsen, aan de noorderkant van het orgel (…). Ook is de organist gehouden om in deze gemeente woonachtig te zijn (…) en is bovendien gehouden om zich in een nette en een behoorlijke staat te gedragen. Anders zal het College van Kerkvoogden zich genoodzaakt zien om de organist van zijn betrekking op alle tijden te ontslaan”. De reden waarom hij op ongeveer 58-jarige leeftijd is gestopt als organist is niet bekend. Hij was timmerman van beroep en overleed op 5 januari 1949 op 82-jarige leeftijd. In de overlijdensacte staat dat hij ongehuwd was, woonde te Zegveld en is overleden te Woerden.
J. Bloos was organist van 1924 tot 1926.
Arie Pieter Breedijk (1897-1967) was organist vanaf 1926. Het is aannemelijk dat hij organist bleef tot 1928. Hij was veehouder van beroep. We vinden zijn naam in de Woerdense Courant van 12 december 1952, waar wordt vermeld dat hij lid van de ijsclub is en de 1e prijs heeft gewonnen bij de op maandag 7 december 1952 gehouden “hardrijderij met hindernissen”. Overigens was de 4e prijs voor zijn broer Cornelis Govert Breedijk (1898-1970). Hij overleed te Waddinxveen. In 1946 trouwde zijn dochter Aartje Willemijntje (1923-2005).
Nicolaas (Klaas) Loenen (ca.1880-1951) was organist van 1928 tot 1945. Hij ontving hiervoor 100 gulden per jaar. Vermeldenswaard is dat Nicolaas Loenen geen noten kon lezen en alles uit zijn hoofd speelde! In die periode waren er ook nog orgeltrappers nodig. Ten tijde van de heer Loenen was dat onder meer A. Rijerse, die voor deze werkzaamheden 25 gulden per jaar ontving. Nicolaas Loenen was veehouder en veehandelaar van beroep.
Nico Wijnen was organist van 1945 tot 1948.
Gerrit (G.A.) Kleinveld (ca. 1910-ca. 1960) was organist van 1948 tot 1960.
Jilis Bastiaan van der Wind (1922-2001) was organist van 1948 tot 1998.
Adrianus Jacob (Adri) Oskam (1936-1999) was organist van 1960 tot 1999. Thans is zijn zoon, de heer Henk Oskam, koster van deze kerk.
Albert van Dam (*1944) was organist van 1971 tot 2007. Momenteel is hij onder meer nog actief als organist van het Morgengebed, dat wekelijks op woensdag wordt gehouden in het koor van de Petruskerk te Woerden. Deze functie vervult hij sedert circa 1998.
Warno Ruting (*1978) was organist van 1996 tot 2015. Hij nam afscheid, omdat hij deze functie in Zegveld niet meer kon combineren met zijn andere functies als kerkorganist in Huizen (Nieuwe Kerk) en Linschoten (Hervormde Kerk).
Dennis de Bruijn (*1982) is organist vanaf 1998. Hij is bovendien organist te Boskoop (Dorpskerk), Loenen aan de Vecht, Bodegraven en Benschop.
Théjon Bos (*1982) was organist vanaf ca. 2001 tot 2011. In dat jaar werd hij bevestigd tot predikant van de Hervormde Gemeente te Twijzelerheide.
Thijs van Meijeren (*1989) was organist van 2006 tot 2013. Hij studeerde theologie aan de Theologische Universiteit te Apeldoorn en werd in 2015 bevestigd als predikant van de Hervormde Gemeente te Hoevelaken.
Ad van Pelt (*1960) was van 2006 tot 2013 organist van deze kerk. Hij nam afscheid, omdat hij deze functie in Zegveld niet meer kon combineren met zijn andere functies als kerkorganist in Huizen, Nieuwkoop en Woerden.
Robert Hoogenboom (*1976) was organist van 2009 tot ca. 2018. Hij studeert theologie te Amsterdam.
Martijn van de Weerd (*1981) was organist van 2013 tot ca. 2018. Thans is hij organist in de Hervormde Kerken te Harmelen, Mijdrecht en Kockengen en de Gereformeerde Kerk te Waarder.
Arco Baelde (*1977) is organist vanaf 2013. Daarnaast is hij organist van de Hervormde Kerk te Waarder.
Ard van Dam (*1997) is organist vanaf ca. 2018. Van 2007 tot 2014 volgde hij orgel- en pianolessen bij Ad van Pelt.
Michiel Mans (*ca. 1999) is organist vanaf ca. 2020. Daarnaast is hij organist van de Bethlehemkerk te Woerden.
Frank Dannenberg (* ca. 1990) is organist vanaf ca. 2021.