Organist Aad van der Hoeven had kennis van zaken

Op zaterdag 23 juni verzorgde de Rotterdamse organist Aad van der Hoeven een orgelbespeling in de Petruskerk. De opbouw van het programma was weldoordracht. Aan het begin, in het midden en aan het slot van het concert waren drie monumentale, majestueuze orgelwerken te horen, uit drie belangrijke stijlperiodes der muziek. Uit de barok een groots Preludium en Fuga van Bach, uit de Romantiek Mendelssohns derde sonate en uit onze eeuw het “Premier Choral” van Hendrik Andriessen. Voorts omvatte het programma werken van Dienel, Merkel, Marcello, Haendel, Hurlebusch, Haydn en Franck (Andantino). De componist Schumann publiceerde in de 19e eeuw een reeks vuistregels voor musici. De regel “Beschouw het als iets afschuwelijks, in werken van goede componisten iets te veranderen of weg te laten” wordt door sommige organisten nogal eens genegeerd. Tot op zekere hoogte constateerde ik dit helaas ook deze avond. Gelukkig bleef het beperkt tot het volgende: Haendels meesterlijke “Watermusic” is een orkestwerk, geen orgelwerk. Schumann zei ook: “De kunst is er niet, om rijkdommen te verwerven”. De organisator van de orgelbespelingen heeft dit ondervonden: nauwelijks dertig geïnteresseerden waren deze avond aanwezig. Hen werd iets unieks geboden. Duidelijk was het te horen, dat Aad van der Hoeven over een degelijke kennis van zaken beschikt. Zijn spel was technisch vrijwel volmaakt en muzikaal zeer overtuigend. – [Ad van Pelt – 28-6-1979]

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s