Andreas Juffinger

De jonge Oostenrijkse organist Andreas Juffinger speelt op het grote neo-barokke Rieger-orgel van de Suntory Hall in Tokyo orgelwerken van Bach en Mozart. Hij opent met Prelu­dium en Fuga in Es BWV 552 van Bach, speelt het in een goed tempo en weet dit consequent vol te houden. Helaas regis­treert hij de forte-delen vrij zwaar. In het koraal­trio “Herr Jesu Chris­t, dich zu uns wend” BWV 655 brengt hij daaren­tegen zeer licht­voetig spel ten gehore. Helder geregis­treerd, goed gear­ti­culeerd, maar helaas niet in balans en in een behoorlijk hoog tempo. Ook de koraal­bewer­king “Schmücke dich, o liebe Seele” BWV 654 wordt snel gespeeld, met iets te weinig aan­dacht voor details. Juffinger begint in Bachs maje­stu­euze Passa­caglia BWV 562 met een sterke plenum-registra­tie, keert spoedig terug tot een zachtere klank en laat daarop nog vele ingrij­pende regis­tra­tie-wisselin­gen volgen. On­danks het knappe en tech­nisch verdienste­lijke spel van Juffinger, komt dit alles onrustig over. Mozart schreef in zijn laatste levensjaren drie bijzondere orgelwerken. Met name in déze jaren bereikte hij een onover­troffen hoogte. Daarom alleen al zijn Mozarts orgel­werken ruim­schoots de moeite van het beluisteren waard. Mozart accep­teerde de op­dracht tot het schrijven van de stukken om den brode. Hij betreurde het dat ze waren bestemd voor een klein mecha­nisch ‘orgel’ in een klok. In een brief schrijft hij dat het wense­lijk zou zijn, als ze uitgevoerd zouden worden op een groter instru­ment: “…wenn es eine grosse Uhr wäre, und das Ding wie eine Orgel lautete, da würde ich mich freu­en…” Dit laatste heeft Juffinger letterlijk opgevat. Hij kiest in de Fanta­sie KV 608 voor een overdaad aan tongwerken. Hij benadert dit werk als een symfo­nisch stuk. Een kamermu­zi­kale aanpak zou wellicht beter zijn geweest. Geluk­kig registreert hij de Fantasie KV 594 aanmerkelijk mil­der. Sommige delen van dit werk voert hij echter wat gehaast en bijna roman­tisch uit. Hij heeft in enkele moeilijke passages met lastige versierin­gen merkbaar moeite met de techniek. Grote delen speelt hij fraai, met voldoende aandacht voor de drama­tiek, ter­wijl opgewekt­heid en blijmoe­digheid niet ontbreken. De beste pres­ta­tie levert Juffin­ger op deze cd in het lieflijke Andante KV 616. – N.a.v. “Orgel­konzert”; Andreas Juffinger; Koch Schwann, Soest; 3-1211-2. – [Drs. J.A. van Pelt – 11-10-1993]

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s