door drs. J.A. van Pelt
Virginalisten
Het klavierspel in Engeland bereikte gedurende de regeringsperiode van Queen Elisabeth (1558-1603) een hoog niveau, met name door het werk van William Byrd. Niet alleen in de genoemde periode, maar ook al eerder genoot de klaviermuziek in Engeland een buitengewone populariteit, méér dan waar ook in Europa. Deze brede belangstelling voor de klaviermuziek gaat terug tot het begin van de 16e eeuw, toen het virginaal aan het Engelse hof een bijzonder geliefd muziekinstrument was geworden. Men gebruikte het veelvuldig voor het spelen van intavolaties en improvisaties over dansmelodieën en volksliedjes.
Wanneer we de oudst bekende Engelse klaviermuziek nader beschouwen, komen we steeds opvallend veel dansstukken tegen (o.a. een Hornpype van Hugh Aston en een Pavan van Master Newman). De snelle ontwikkeling die de Engelse klaviermuziek doormaakte, werd in hoge mate gestimuleerd door de technische vooruitgang van het virginaal in de 16e eeuw. Aanvankelijk waren de instrumenten nog beperkt in hun mogelijkheden, maar na 1550 had men tal van verbeteringen aangebracht, waardoor de weg werd geëffend voor componisten als William Byrd, John Bull en Orlando Gibbons, die de klaviermuziek als een uiterst virtuoos medium zouden gaan beoefenen. In navolging van deze three famous masters droegen vele anderen eveneens in belangrijke mate bij tot de grote bloei. Er zijn van de virginalisten circa 600 werken overgeleverd, waaronder circa 150 werken van Byrd.
William Byrd en zijn klaviermuziek
Byrd was een zeer veelzijdig genie. Hij bereikte zowel in zijn vocale composities, als in zijn klaviermuziek een bijzonder hoog niveau. Op het terrein van de klaviermuziek, een vrij jong genre, was Byrd in zekere zin een pionier. De virginaalmuziek was in zijn tijd nog een jonge vorm, waarin nog geëxperimenteerd moest worden. Uitgaande van zijn vocale stijl, ging Byrd wat betreft de schrijfwijze voor het virginaal op een heel natuurlijke manier te werk. In principe werkte hij contrapuntisch, waarbij dient te worden opgemerkt dat hij de strenge (vocale) polyfonie goed aan het instrument aanpaste.
De klaviermuziek van Byrd kunnen we verdelen in drie groepen:
1. Vrije composities (fantasias, preludes, voluntaries)
2. Dansstukken (pavanes, gaillardes, allmans, jiggs, e.a.)
3. Variatiewerken (grounds, hexachord-variaties, liedvariaties).
Deze klavierwerken zijn bewaard gebleven in diverse manuscripten en één gedrukte uitgave: Parthenia (1611). Het overgrote deel van zijn oeuvre is te vinden in twee zeer belangrijke manuscripten: My Lady Nevells Booke of Virginal Music en het Fitzwilliam Virginal Book.
Het My Lady Nevells Booke, voltooid in 1591, is geschreven door John Baldwin voor een lid van de Nevell-familie. Het bevat waarschijnlijk een keuze van de componist zelf uit zijn beste werken uit de jaren 1570-1590. Het is vrijwel zeker dat Byrd in het My Lady Nevells Booke eigenhandig enige correcties heeft aangebracht. Mede daardoor is deze bron erg betrouwbaar.
De notentekst van het Fitzwilliam Virginal Book, genoemd naar Lord Fitzwilliam, die in de 18e eeuw in het bezit van het manuscript kwam, is helaas minder accuraat. Het is geschreven in de jaren 1609-1619 door Fr. Tregian, die lange tijd in de gevangenis moest doorbrengen vanwege zijn religieuze en politieke overtuiging. Het Fitzwilliam Virginal Book is een uitgebreide verzameling van bijna 250 werken, waaronder meer dan 70 werken van Byrd.
De liedvariaties van William Byrd
Van de bovengenoemde gaan we in dit korte artikel wat nader in op de liedvariaties, een geliefd genre aan het hof, waar sterk populaire liedjes al vroeg in de 16e eeuw met genoegen werden gezongen en gespeeld. We vinden dergelijke werken al in de vroege luit- en klavierbronnen, lange tijd vóór Byrds aanwezigheid aan het hof. Vrijwel zeker heeft Byrd deze werken gekend en heeft hij ook een diep respect gehad voor de melodiek van dit repertoire. Byrd bracht de liedvariatie-techniek in belangrijke mate op een hoger plan. Door zijn inbreng ontstond iets totaal nieuws: niet alleen een nieuwe vorm, maar ook een nieuwe stijl.
Doordat de melodie van het gekozen liedje voor hem het enige uitgangspunt was, worden deze composities gekenmerkt door een extreem grote vrijheid. Het gevolg is dat Byrd zijn muzikale ideeën optimaal heeft kunnen ontplooien en dat zijn vondsten door vrijwel niets werden gehinderd. Daardoor kon hij zijn variatiereeksen steeds op een geheel nieuwe wijze samenstellen. Nergens behoefde hij schematisch te werk te gaan, steeds kon hij nieuw en origineel blijven, nieuwe figuren invoegen, zorgen voor een uiterst gevarieerde ritmiek, een rijke harmoniek, kortom zeer boeiende composities scheppen.
In het hiernavolgende overzicht passeren de 14 liedvariatiewerken in het kort de revue. Achter de titel staat respectievelijk het aantal mensuren per liedmelodie, het aantal variaties, de vorm van de liedmelodie, de ambitus, de werkwijze die Byrd hanteerde per variatie. Bij dit laatste is weelicht een verklaring nodig.
A | de melodie ligt in de bovenstem |
B | de melodie ligt niet in de bovenstem, maar in een andere stem en is eventueel omspeeld d.m.v. figuratie |
C | de melodie van het lied ligt in de bovenstem in is omspeeld d.m.v. figuratie |
D | de melodie is zeer sterk omspeeld (bijna onherkenbaar) of is in het geheel niet aanwezig) |
AB, AC, etc. | de werkwijze van deze variatie valt uiteen in twee delen, overeenkomstig de 1e en 2e letter |
M = | mengvariatie (méér dan twee verschillende technieken binnen één variatie |
Dan volgt hier het overzicht met de 14 liedvariatiewerken van William Byrd :
Nr. | Titel en diverse gegevens | Editie~~~~~~~~~~~~~~~~~~ |
---|---|---|
Liedvariaties | ||
1 | Gipseis Round 20 mensuren, 7 variaties, aabcc, G-a”, A-AC-M-M-D-AD-AD Naar alle waarschijnlijkheid is dit een vroeg werk van Byrd, dat niet is opgenomen in My Lady Nevells Booke. De accordiek in dit werk is steeds vrij. Naast veel zes-stemmige akkoorden zien we zelfs een incidentele zevenstemmigheid. | Fitzwilliam Virginal Book Vol. 2 blz. 292-296 |
2 | Sellingers Rownde / Sellengers Round 20 mensuren, 9 variaties, aabcc, F-a”, A-A-C-CD-B-AC-CD-M-M Evenals de nummers 3-7 opgenomen in My Lady Nevells Booke, dus daterend van vóór 1591. | My Ladye Nevells Booke nr. 37 blz. 211-210 Fitzwilliam Virginal Book Vol. 1 blz. 248-253 |
3 | The Maidens Songe / The Maydens Song 16 mensuren, 8 variaties, aabc, C-a”, A-A-AC-AC-AC-AC-B-BA De aanvang is eenstemmig, evenals bij de nummers 4, 6 en 12. De ambitus geeft ons te kennen, dat voor dit werk een groot manuaal benodigd is, met de tonen C en D. Variatie 6 is de enige strikt tweestemmige variatie van alle klaviervariaties van Byrd. In de laatste twee variaties ligt de liedmelodie in de alt, een procedure die Byrd gaarne bewaarde voor de laatste frasen van zijn composities. | My Ladye Nevells Booke nr. 28 blz. 149-155 Fitzwilliam Virginal Book Vol. 2 blz. 67-71 |
4 | Have with yow to Walsinghame / Walsingham 8 mensuren, 22 variaties, aabb, C-a”, A-B-A-B-B-CD-AC-B-AC-B-B-DA-B-AC-B-B-M-B-CB-B-AB-B-coda Dit werk is voorzien van een prachtige structuur: 4 groepen van 5 variaties, volgens een rotatieprincipe, dat wil zeggen: de liedmelodie is in vijf achtereenvolgende variaties steeds in een andere stem gelegen. Dit rotatieprincipe herhaalt zich meerdere malen, namelijk respectievelijk in de variaties 1-5, 6-10, 13-17 en 18-22. Er komen bijzonder veel B-bewerkingen in dit werk voor. | My Ladye Nevells Booke nr. 31 blz. 173-180 Fitzwilliam Virginal Book Vol. 1 blz. 267-273 |
5 | All in a garden grine / All in a garden Greene 12 mensuren, 6 variaties, aabb, G-a”, A-AC-AC-AC-DC-B Ook dit werk wordt afgesloten met een prachtige alt-bewerking. | My Ladye Nevells Booke nr. 32 blz. 181-185 Fitzwilliam Virginal Book Vol. 1 blz. 411-414 |
6 | The Carmans whistle 12 mensuren, 9 variaties, aabcbc, C-g”, A-AC-AC-AC-AC-AC-AC-B Uiterst simpel van opzet, de pastorale sfeer wordt gehandhaafd gedurende het gehele stuk, de liedmelodie ligt steeds in de bovnestem, tot slot echter weer een prachtige altzetting. | My Ladye Nevells Booke nr. 34 blz. 189-193 Fitzwilliam Virginal Book Vol. 1 blz. 214-217 |
7 | Will yow walke the woods so wylde / The Woods so Wild 8 mensuren, 14 variaties, abac, C-a”, A-A-B-D-D-B-A-D-D-D-D-DA-B-A Een opvallend hoog aantal D-variaties, waarin het harmonische schema van de eerste variatie telkens terugkeert. | Fitzwilliam Virginal Book Vol. 1 blz. 263-266 My Ladye Nevells Booke nr. 27 blz. 144-148 |
8 | Wolsey’s wilde / Wilson wilde 20 mensuren, 2 variaties, aabbcc, F-c”, A-C Evenals de nummers 9-13 opgenomen in het Fitzwilliam Virginal Book, dus daterend van vóór 1619. | Fitzwilliam Virginal Book Vol. 2 blz. 184-185 |
9 | Callino Casturame 8 mensuren, 6 variaties, ab, F-a”, A-C-C-AC-CD-DA Door een zeer korte liedmelodie een bescheiden geproportioneerd stuk. | Fitzwilliam Virginal Book Vol. 2 blz. 186-187 |
10 | Lord Willobies Wolcome Home / Rowland 24 mensuren, 3 variaties, aabcbc, G-g”, A-C-C De eerste titel komt voor in My Lady Nevells Booke en slaat op de terugkeer van Lord Willoughby uit Vlaanderen. In het Fitzwilliam Virginal Book heeft het werk de tweede titel | My Ladye Nevells Book nr. 33 blz. 186-188 Fitzwilliam Virginal Book Vol. 2 blz. 190-191 |
11 | Fortune my foe 24 mensuren, 4 variaties, aabcbc, F-g”, A-CD-CD-CD De enige klaviercyclus van Byrd die eindigt met een snelle klavierfiguratie. De meeste andere cycli eindigen rustiger. De grootste ritmische dichtheid ligt veelal enige variaties vóór het einde van de cyclus. | Fitzwilliam Virginal Book Vol. 1 blz. 254-257 |
12 | O Mistris Myne 14 mensuren, 6 variaties, aabcdcd, C-g”, A-AC-AC-AC-AC-A Een heel merkwaardig melodieschema ligt aan dit werk ten grondslag. Door het langzame tempo was het mogelijk een vrij sterk contrapuntische aanpak voor dit werk toe te passen. | Fitzwilliam Virginal Book Vol. 1 blz. 258-262 |
13 | John come kiss me now 8 mensuren, 16 variaties, aab, D-a”, A-A-AC-A-A-CD-A-A-A-BC-B-B-AB-B-AC-B In variatie 14 dient in de linkerhand een duodeciem te worden gespeeld: het interval D-a staat voorgeschreven. Dat wijst op de uitvoering van dit werk op een klavecimbel met kort octaaf. | Fitzwilliam Virginal Book Vol. 1 blz. 47-53 |
14 | Go from my Window 16 mensuren, 7 variaties, abca, G-g”, A-A-AC-A-B-CB-B Dit werk is waarschijnlijk de laatste liedvariatie-werk van Byrd. In het Fitzwilliam Virginal Book is het niet opgenomen. Derhalve ontstond het wellicht ná 1619. | – |
Overige werken van Byrd | ||
Tenslotte een overzicht van de overige werken van Byrd, zoals vermeld in het Fitzwilliam Virginal Book (FVB). Vaak zijn deze werken gerelateerd aan de liedvariaties. | ||
15 | Fantasia G major | FVB Vol. 1 blz. 37-41 |
16 | Praeludium C major | FVB Vol. 1 blz. 83-84 |
17a | Fantasia A minor | FVB Vol. 1 blz. 188-195 |
17b | Praeludium to ye Fancie | FVB Vol. 1 blz. 394 |
18 | Passamezzo Pavana | FVB Vol. 1 blz. 203-208 |
19 | Galiardas Passamezzo | FVB Vol. 1 blz. 209-213 |
20 | The Hunt’s up | FVB Vol. 1 blz. 218-225 |
21 | Treg[ian’s] Ground | FVB Vol. 1 blz. 226-233 |
22 | Monsieurs Alman | FVB Vol. 1 blz. 234-237 |
23 | Variatio | FVB Vol. 1 blz. 238-244 |
24 | Alman | FVB Vol. 1 blz. 245-247 |
25 | The Bells | FVB Vol. 1 blz. 274-279 |
26 | Pavana. Bray | FVB Vol. 1 blz. 361-364 |
27 | Galliarda | FVB Vol. 1 blz. 365-366 |
28 | Pavana. Ph. Tr. | FVB Vol. 1 blz. 367-370 |
29 | Galliarda | FVB Vol. 1 blz. 371-372 |
30 | Ut, re, mi, fa sol, la | FVB Vol. 1 blz. 395-400 |
31 | Ut, mi, re | FVB Vol. 1 blz. 401-405 |
32 | Fantasia C major | FVB Vol. 1 blz. 406-410 |
33 | Pavana Lachrymae [John Dowland, set by Byrd] | FVB Vol. 2 blz. 42-46 |
34 | Galliarda [James Harding, set by Byrd] | FVB Vol. 2 blz. 47-50 |
35 | The Quadren Paven | FVB Vol. 2 blz. 103-110 |
36 | Galliard to the Quadran Paven | FVB Vol. 2 blz. 111-115 |
37 | Malt’s come downe | FVB Vol. 2 blz. 166-168 |
38 | Praeludium A minor [Anonymus] | FVB Vol. 2 blz. 169-170 |
39 | La Volta | FVB Vol. 2 blz. 180-181 |
40 | Alman | FVB Vol. 2 blz. 182-183 |
41 | La Volta [Thomas Morley, set by Byrd] | FVB Vol. 2 blz. 188-189 |
42 | The Ghost | FVB Vol. 2 blz. 193-195 |
43 | Alman | FVB Vol. 2 blz. 196-197 |
44 | Galliard | FVB Vol. 2 blz. 198-199 |
45 | Pavana | FVB Vol. 2 blz. 200-201 |
46 | Galliarda | FVB Vol. 2 blz. 202-203 |
47 | Pavana | FVB Vol. 2 blz. 204-206 |
48 | Galliarda | FVB Vol. 2 blz. 207-208 |
49 | The Queenes Alman | FVB Vol. 2 blz. 217-219 |
50 | A Medley | FVB Vol. 2 blz. 220-225 |
51 | Pavana | FVB Vol. 2 blz. 226-227 |
52 | Galliarda | FVB Vol. 2 blz. 228-229 |
53 | Miserere. 3 Parts | FVB Vol. 2 blz. 230-231 |
54 | Miserere. 4 Parts | FVB Vol. 2 blz. 232-233 |
55 | A Gigg | FVB Vol. 2 blz. 237 |
56 | Sr. Jhon Grayes Galiard | FVB Vol. 2 blz. 258-259 |
57 | Coranto | FVB Vol. 2 blz. 305 |
58 | Coranto | FVB Vol. 2 blz. 359 |
59 | Pavana | FVB Vol. 2 blz. 384-386 |
60 | Galiarda | FVB Vol. 2 blz. 387-388 |
61 | Pavana | FVB Vol. 2 blz. 389-391 |
62 | Galiarda | FVB Vol. 2 blz. 392-393 |
63 | Pavana | FVB Vol. 2 blz. 394-397 |
64 | Pavana Fant[asia] | FVB Vol. 2 blz. 398-399 |
65 | Galiarda | FVB Vol. 2 blz. 400-401 |
66 | The Earle of Oxfords Marche | FVB Vol. 2 blz. 402-404 |
67 | Fantasia | FVB Vol. 2 blz. 406-411 |
68 | Pavana. Canon. Two parts in one | FVB Vol. 2 blz. 427-429 |
69 | Pescodd Time | FVB Vol. 2 blz. 430-435 |
70 | Pavana. Delight [Edward Johnson, set by Byrd] | FVB Vol. 2 blz. 436-439 |
71 | Galiarda [Edward Johnson, set by Byrd] | FVB Vol. 2 blz. 440-441 |
72 | Lady Montegle’s Paven | FVB Vol. 2 blz. 483-485 |
Gebruikte literatuur:
W. Apel: Geschichte der Orgel- und Klaviermusik bis 1700, Kassel 1967
J. Caldwell: English keyboard music before the nineteenth century, Oxford 1973
E.H. Fellowes: William Byrd, London 1936, 1948 (2e druk)
O. Neighbour: The consort and keyboard music of William Byrd, Boston 1978